
De chronologische volgorde van het weekendverslag is een beetje zoek, maar dat heeft zo zijn redenen :
wij hadden ons fototoestel vergeten. (Als dat niet alles verklaart!)
Ik beam zapmoose terug naar verzengende zaterdag (terwijl ik dit blind typ, kijk il naar de plonsbui die onzr erker teistert, wat talentd at ik dat zmaar kan zeg, jaja) jongstleden op een bloedhete snelweg.
De zweetaerosolen martelden onze geurpapillen en de harmonicafile duurde net iets te lang om de zenuwen koest te houden.
“Dat Menck het schurft krijgt van zijn pokkefloraalexhibitionisme!” tierde ik net niet. Meer zelfs, ik dacht het zelfs niet. Ik typ het nu gewoon omdat… omdat… zonder reden! Maar ik had het wel kunnen zeggen. Hardop. Moest ik eraan gedacht hebben. Er zou zelfs nog meer minder fraais uit mijn spreektoeter kunnen ontsnapt zijn, want na het doorstaan van de grootschalige verkeersellende, kregen we nog een plaatselijke wielerwedstrijd te verwerken. Met omleiding, te smalle wegeltjes en te brede tegenliggers.
(Moesten ze aan alle seingevers – en de zwaantjes die er ook nog eens naast staan – van alle kermiskoersen vijf euro vragen, de Damiaanstichting zou alle lepra én tbc de wereld uit kunnen helpen! Moesten ze de gebruikte fluovestjes van die mannen aan de gevaarlijkste luchthavens ter wereld hangen… d’r zou nooit meer een vliegtuig crashen (allez, daar toch niet). Moesten die venten hun baard laten scheren, de barbiermicro-economie zou nogal boomen. Moesten we onze kodak bij gehad hebben, we hadden het kunnen bewijzen. Moest ik niet zo’n goesting hebben om te wauwelen, dit blogstuk zou ingekort kunnen worden tot vijf kernzinnen.)
Het. Was. Al. Wel. Duidelijk. Menck en madam Menck hun tuin was de moeite. Margo, die daar gelijktijdig met ons was, moose en ik hebben er toch minstens een kwartier in doorgebracht. Jammer weeral dat we daarvan geen beelden kunnen aanbieden. De vier uren die volgden stonden we op straat vrijlijk honderd onderwerpen te bespreken, koffie te leuteren en te verbranden. Tijd leek eventjes de concorde… en het strand onze uiteindelijke landingsplaats! Al ware het niet in Oostende, want daar was iedere parkeerplaats overboekt.
Tussen De Haan en Wenduine bleef er gelukkig nog wel ruimte genoeg over voor ons, occasionele strandgangers. Zeldzaam, maar niet roekeloos! Het fototoestel ontbrak in de tas, maar de factor 30 zat er wel in! We gingen als volgt te werk : in zeetje plonsen om de smeltverschijnselen tegen te houden, een leesbuitje, een dutje, dutje, dutje – wakker gemaakt worden door wederhelft die zich schaamt omdat ik het aandurfde van in zijn oorspronkelijk provincie luid te snurken, pijn lijden (geen verkleinwoord!) omdat het lief bij het insmeren een ovaal op je rug is vergeten in te pappen. (Nee, daar zal nooit een foto van bestaan.) Toen was het ineens kwart over negen ’s avonds en lagen we daar alleen op dat strand te kreunen.
Omdat er een (bijna echte) potvis aangespoeld was in Oostende city, volgens Menck, wilden we daar onze dag afsluiten. Deze keer mét parkeergelegenheid. Foto’s van Arno door Danny Willems, panoramische reisfoto’s van Wim Vandekeybus gezien, maar geen potvis. Vanaf het strand tuurden we naar grote zwarte gedaantes. We vonden een gele kraan tegen de dijk. We zagen daarachter een camion met aanhangwagen. Erop lagen stukken potvis. En wij konden niet kieken.
Uw zapnimf zou uw zapnimf niet zijn, moest zij het bezige schepsel uit Turnhout niet in de smiezen hebben gehad, dat dat beest langs alle kanten in zijn digitaaltje opsloeg. Uw zapnimf zou niet weten dat hij uit Turnhout komt, moest zij hem niet aangesproken hebben en gevraagd hebben of hij zin heeft om zijn foto’s door te sturen naar uw nederige dienaar. Uw zapnimf lachte in haar vuistje bij de gedachte van hier als apotheose af te sluiten met enkele prachtbeelden van de voormalige kunstinstallatie.
DOEGETMAAREENSZONDERKODAK! Ah!
En dan ontdekte ze dat
– Turnhoutenaars niet te betrouwen zijn
– die mens dood is gegaan ofzo
– hij haar emailadres is kwijtgespeeld… ‘zapnimf’ gmail, zo moeilijk te onthouden is dat toch niet!?
– je niet te rap in uw vuistje moet lachen als je met overdonderende slotontknopingen wil afkomen.
Wat te doen als de temperatuur oploopt tot boven de dertig graden?
Je spreekt af met Laleña op haar vroeger adres. Dat adres heeft een zwembad.
Je arrangeert de Huisvrouw die een auto heeft met airco en die niet te gierig is om die vollen bak te laten blazen.
Je doet en zegt een hele dag dingen die niet vatbaar zijn voor het verschijnen op een gedistingeerde blog als de mijne (afwachten wat Huisvrouw erover schrijft… want haar blog is waarlijk minder venerabel)
Je blijft ’s avonds tot het donker plakken op het zwoele terras van Huisvrouw onder het mom dat de ring nog dichtgeslibd is.
Je bent fier op jezelf dat je die warmte hebt bestreden met vriendschap (en luxe).
En dan geven ze de dag nadien vaneir zo’n oververhit weer! Dàt was niet afgesproken, Frankie! Jij jokjuin!
De soberdere versie van gisteren wordt met de oksels hoog en het voetbadje binnen voetbereik op de ligstoel onder de boom met een boek. Want naast het opverteren van huisvrouws koele lucht, heb ik ook haar boekenkast enkele kilo’s lichter gemaakt.
’t Is draaglijk leven zo.
Maar je schrijft er wel verpieterde blogs van.
God tot Moeder natuur eerder deze week :
“Dat jonk kan niet koken, geen pak koffie openen zonder te morsen, d’r verhalen voor haar blogstukken geraken op, de ziekenkas is nooit open als ze ernaartoe fietst, haar foto’s mislukken als ze die op het internet wil zetten en haar kuisvrouw laat net weten dat ze twee weken congé pakt. Komaan Moeder N, gun dat kind ook eens iets. Iets waar ze zelf niks voor hoeft te doen en waar geen vijftig nabehandelingen meer aan te pas komen. Iets simpels.”
Zapnimf stond op en smaakte de gift van de tuin.
Slechts een klein percentage was reeds rot.
Zap is geen rappe, ook niet als ze iets krijgt.
Toch mercikes, moeder N.
Ontspanningspakket zomer 2009
Inhoud :
– Onze dank voor bij de koffie (merci’kes)
– Veel zoete hartelijkheid (gelukssuikerhartjes)
– Verlichting letterlijk en figuurlijk (kaarsjes in glaasje)
– Lees(inver)voer(ing)
– Werkloze stressbal. Ook bruikbaar om muggen te meppen.
– Vergeet die vereende schoolse krachten, ver-dobber de zomer in zalig niksdoen.
– Optioneel : gieter Stel dat je toch eens voor je plezier in de tuin wil werken… Al zien wij hem als symbool van het liggen/zitten/hangen/luieren/dutten in diezelfde hof.
Prettige vakantie
Minizap en aanverwanten
PS : Met dank aan Chelone, die mij die ‘Goedele’ verstrekte (gevonden op het toilet) tijdens haar open tuindag.