Aha.
Jullie dachten dat ik al maandenlang geen blogstukjes meer schreef? Mispoes.
Terwijl ik baantjes roerde in veel nattigheid, noteerde ik in gedachten over het waarom mensen in de douche van het zwembad denken dat ze hun genitaliën moeten wassen. Het haar op mijn kop soigneren, vergt al inzet genoeg. Nu met conditioner, want op een gegeven moment zag ik eruit als een figurant uit ‘The day after‘.
Voor diegenen die denken dat de koude oorlog in het Reagantijdperk een nieuw gerechje is van Sergio Herman : dat is het niet. Die film werd verplichte kost op de middelbare school voor iedere tiener van mijn generatie. En wat heb ik ervan onthouden? Gooi geen atoombom, beste beleidsmakers, want de dag nadien valt uw haar uit van al dat positief gestraal (waarom heet dat dan niet negatief? Als je een positieve ademtest aflegt, vind ik dat meer dan negatief. Hiv positief? Allesbehalve, zou ik zo menen. De wereld zit krom in elkaar, mijn waarde blogvrienden).
Enfin, mijn schone kop met leeuwenmanen was niet meer als weleer dank zij een teveel aan duidelijk negatieve chloor. Ik zag er uit als catweazle met nog enkele pijlen stro wijzend naar… ja, naar waar? Joost mag het weten. Daarom deed het crèmehaarbad zijn intrede op mijn schedel.
En toch… toch nam dat probleem mij niet zozeer in beslag dat ik niet meer opmerkte dat er naast mij weer een ouwerd shampoo in zijn zwembroek spoot en smeerde.
Mocht het in letters gegoten worden, het zou een merkwaardig stukje te lezen zijn : normvervaging in openbare plaatsen en nog erger, in de nabijheid van uw nimf.
Ook blogde ik theoretisch over het vraagstuk of het vocht in je oogballen zou kunnen bevriezen. Dat was zowat een week geleden, onderweg naar het werk. Op een fiets in min 10. Met de ijspegelsnot aan de binnenkant van mijn sjaal.
Zo maalde ik de 12 hersenwerken van zapnimf bij elkaar. En de rest. Hele dagen gaarde ik de prachtigste zinnen bij elkaar en wenste dat er eindelijk eens doorbraak kwam in de comateuze wereld van de rechtstreekse neerslag van de reflectie. Oe oe oe. Het zou hier nogal eens een gangk gaan. Zeg gerust een gladde geestesarbeidelijke gangk. Woesjjj.
Bij voorbeeld :
Op een mooie morgen… -nee nee, het regent de paddenstoelen terug in de grond-, fietst uw zapnimf naar haar professionele biotoop.
Net het hoekje om, botst ze op een millitair. Bijna. En nog een. Ook bijna. En nog een stuk of vijftig. Megacollisie! Ware ik Jani kazaltzis, ik zou ervan gaan giechelen.
– Maar ik ben slechts een slechtgezinde mottige schrok op een veel te vroege ochtend : ocharme die venten, ga al eens in ’t leger voor ’t gemak, moet je ’s morgens vroeg met een rugzak op je knoeft wat gaan looptrainen in een modderig bos. Volgens mij regent helemaal niet zoveel in Mali en bij Afghanistan denk ik aan rotsen en woestijn. Al bleek ik eerder ook al niet zo betrouwbaar te zijn in mijn denken. En hier op de fiets kan ik het natuurlijk niet opzoeken.-
Zoals slechts echte kerels vastgezogen zijn aan een flesje Jupiler, lopen kranige krijgersbonken steeds per twee. Zeg nog eens iets over ons vrouwen in combinatie met een wc in het uitgaansleven.
Een eindje verder heeft de gemeente, in een poging tot verkeersopvoeding van haar burgers, een snelheidsmeter geplant. Gelukkig niet zo’n kinderachtige, je weet wel, met zo’n suffe smiley, die heel zuur kijkt als je te snel rijdt. Waarschijnlijk zou een zielige smiley te veel zonne-energie kosten, als je weet dat de gemiddelde bevolking in deze wijk denkt dat hij ook soldaat is en daarom met zo’n opgefokte tank -al-tijd zwart- sjeest, al zeggen zij er liever SUV tegen.
-Daar daar, als je over de duvel spreekt. Neen hoor, ik vind dat niet erg dat je tegen 150 op een halve meter van mij door een plas boldert, veels te rijke loser! Meeloper, met uw zwart vervuilend gevaarte! Kunt ge wel è, tegen een kwetsbare fietser!-
-Trouwens, welke zot zet nu een snelheidsmeter net aan de hoek van een straat waar voorrang van rechts geldt?
Mens in auto: Ik mag hier 70 per uur! En ik kar slechts 69, wat ben ik goed bezig. Lachende smiley! Moest het er zo eentje zijn. En dan PATS tegen de sukkelaar die het aan durft zijn voorrang van rechts te nemen, anderhalve meter voorbij dat spel.-
Leve de regels der verkeer
ze zijn toch zo verdomd wijs.
Nam eens voorrang, deze peer.
Ben nu zo plat als spijs.
Afschaffen die handel (de voorrang van rechts hè, niet allles)! Moest ‘k op facebook zitten… er zou een groep in de maak zijn. Maar ik zit er niet op. Voor mij is dat als een smiley op een snelheidsmeter.
En die velorijder aan de overkant denkt ook dat ‘m vanzelf gloeit in het donker? F-l-u-o-v-e-s-t makker. Fluovest.
Leve het donker van de morgen,
laat ik ongezien de ketting trappen.
Eén bonk later, nooit meer zorgen,
kijk, daar vloeien ze, mijn levenssappen.
Ow, zap. Time out. Terug naar je soldaten, meid.
Een eindje verder staat er dus een getallenpaal, die zegt hoe snel je naar hem toe beweegt.
Voor mij jogt een koppel gecamoufleerde blauwhelmen, puffend en zwetend met nog vele mijlen in het verschiet. Ik weet dat, want de kazerne ligt toch nog een stukje mijlen verder dus. -Een stukje mijlen verder, is weer een prima zinsdeel, zap. Ik weet het, maar het blijft erin, ik vind dat lollig klinken.-
Als ze vlak voor mij huppelstrompelen, hoor ik de ene tegen de andere zijn verbaasde stem gebruiken : “Maat! Wij breken hier alle records. 19 km per uur!”
Precies op dat moment, steek ik die uitgeputte stakkerds voorbij en klok (met mijn fluovest en goed de voorrang van de straat rechts in het oog houdend) achterom : “Helaas heren, die prestatie is op mijn conto te schrijven. Maar doe vooral zo voort! Jullie kunnen het!”
-Sja, rapportentijd, ik kan er ook niks aan doen.-
…
Pffft. Laat algauw dat brein-machien. Wat een nevenbedenksels zouden in zo’n verhaal sluipen. En zo’n slap einde. Niet eens de tijd om het wat op te leuken met verzinsels, zoals nog eens vallen terwijl je dat schreeuwt naar die mannen. Neen, want vallen doe je dan in een volgende keer, wanneer sinterklaas komt en die een onverwachte sneeuwstorm meeneemt voor de kindertjes. Net als de gemeente besluit van niet te strooien, ook niet op haar invalswegen -walgelijke gemeente- en je redelijk boertig (weeral, mijn leven is een aaneenrijging van valpartijen) een afdruk van je zijkant in de sneeuw maakt. En de straat een blauwe afdruk op je lichaam.
Neen, dan maar die goeie ouwe inspanning van kop en leden, waarin je gerust wat mag overdrijven, een loopje neemt met…
… euh… volgende keer de waarheid over stoppen en beginnen en bloggen. Niks dan de waarheid. Echt waar.