“Foefel geen linken in je stuk, niemand die dat aanklikt.”, zei ik

  

zapnimf1wit-op-donkerroze   Het internet staat voor niks.
Je kan er mee imponeren, marchanderen, discussiëren, koketteren.
Twintig jaar geleden krabte ik me nog de roos uit het haar bij het horen over het abstracte gegeven ‘informatiesnelweg’, maar snel ging ie en uitgebreid ook.
 
Slechts twee leergierige toetsen van u verwijderd vind je thans wat een Quetzalcoatlus is (was), weet je hoe je bij Zuisen-ji kan geraken en geen wiskundeleraar die je na de raadpleging van het net nog de grond kan inboren met : “Ooe menneke, gij weet niet wie Abraham de Moivre is?”
Mits enkele minuten rek, stap je op de juiste trein, kan je opzoeken hoeveel een Velux dakraam tegenwoordig kost, haal je een stielman in huis en bestel je een bioscoopticket met zelfbepaalde zitplaats vanuit je keuken.
Je kan via het web tv-kijken, eenzamen vinden er hun lief mee, saaie eenzamen ontkennen op eigen sites met klem dat het hen om een lief te doen is en zelfs als je wil weten wie er de achternaam van Percy Sledge niet meer herinnerde, verklapt een filmpje er wel ergens de oplossing
Of als je bij google ingeeft : ‘piemels kijken kleedhokjes’ heb je kans dat je bij de weergaloze fratsen van ene zapnimf terechtkomt.
Kortom, de mogelijkheden zijn legio.
 
Tot je op een grauwe dag eens aan het rijmen wilde slaan.
Op eieren. Jah, eieren.
 
Zwww – nader in te vullen – zzzwwwmmm eieren.
Afkomstig uit een kippengat uit Beieren.
Gedragen door twee Jan Leyers/Leyeren.
 
Naaaah. Mijn inspiratie strekte me niet echt tot eer.
En dan is er internet! Met een rijmwoordenboek online! Zie! Alles kan je daar opdissen! Werkelijk alles!
 
Met een beetje fantasie klinkt het nog ook :
 
Aanbiddelijkere en aamborstigere,
in een mandje, gij eieren,
voor ons aller aartsvaderen
ze laat beklonteren.
 
Keineig man!
 
Sorry… verder dan b kan niet. Er zijn te veel woorden die op eieren rijmen.
 
http://www.rijmwoorden.nl/rijm.pl?woord=eieren

Probeer één van deze 500 woorden:

aalvormigere aamborstigere aanbeteren
aanbevelenswaardere aanbevelenswaardigere aanbiddelijkere
aanbiddenswaardigere aanbulderen aandachtigere
aandoenlijkere aaneenkluisteren aaneenspijkeren
aangenamere aangepastere aangrijpendere
aanhalerigere aanhaligere aanhankelijkere
aanhoudendere aanlokkelijkere aanmatigendere
aanmerkelijkere aanminnigere aanmodderen
aanmonsteren aannemelijkere aanschouwelijkere
aanslenteren aanspijkeren aansprakelijkere
aanstekelijkere aanstellerigere aanstotelijkere
aanstotendere aantimmeren aantrekkelijkere
aanvaardbaardere aanvalligere aanvechtbaardere
aanvullendere aanwakkeren aanwendbaardere
aanwoekeren aanzienlijkere aanzuiveren
aapachtigere aardachtigere aardedonkere
aardigere aardsere aardsgezindere
aartsluiere aartsvaderen aartsvaderlijkere
abjectere abnormalere abominabelere
abondantere abruptere absentere
abstinentere abstraktere abstrusere
absurdere absurdistischere abundantere
acantusbladeren acceptabelere achromatischere
achtbaardere achtelozere achtenswaardere
achtenswaardigere achterbaksere achterdochtigere
achteren achterhoofdsbeenderen achterhoudendere
achterkleinkinderen achterlastigere achterlijkere
achtingswaardere achtingswaardigere acutere
adderen adekwatere adellijkere
adembeklemmendere adembenemendere ademlozere
aderen adherentere adipeuzere
adoptiefkinderen adoptiekinderen adorabelere
afbladderen afbladeren afdonderen
affektievere affreuzere afgeleefdere
afgelegenere afgemattere afgemetenere
afgepastere afgeplattere afgeslotenere
afgezonderdere afgodischere afgrijselijkere
afgrijslijkere afgrijzenwekkendere afgunstigere
afhameren afhankelijkere afjakkeren
afkerigere afkeurenswaardere afkeurenswaardigere
afkuieren aflandigere aflebberen
afleveren afluisteren afmattendere
afmieteren afmonsteren afnummeren
aforistischere afpeigeren afpeuteren
afplunderen afpolderen afrasteren
Afrikaansere afsabberen afschemeren
afschilderen afschilferen afschitteren
afschrikwekkendere afschuieren afschuwelijkere
afschuwwekkendere afsjacheren afslenteren
afslibberen afsnipperen afsplinteren
afstandelijkere afstandskinderen afstotelijkere
afstotendere aftimmeren aftoveren
afvorderen afwateren afwisselendere
afzabberen afzetbaardere afzichtelijkere
afzienbaardere afzonderen afzonderlijkere
agaatkleurigere agitatorischere agrarischere
agressievere aimabelere ajuinachtigere
akademischere akeligere akkeren
akkuratere akrobatischere aktievere
aktuelere alcalischere alertere
algemenere alkoholhoudendere alkoholischere
alledaagsere alleenwijzere allergischere
Allerkinderen alsemachtigere altruistischere
amandelachtigere amandelvormigere amateuristischere
ambitieuzere ambtelijkere amikalere
amorelere amoureuzere amusantere
anachronistischere anakronistischere anarchistischere
andere anemiekere anemischere
Angelsaksischere anglikaansere anglofielere
angstaanjagendere angstigere angstvalligere
angstwekkendere animalere ankeren
anoniemere anticlericalere anti-Duitsere
antiekere anti-Engelsere anti-Fransere
antilopeachtigere antimilitaristischere antinationalere
antipatiekere antirevolutionairdere antisemitischere
apartere apatischere apekinderen
appetijtelijkere Arabischere Arameesere
arbeiderskinderen arbeidsbesparendere arbeidsextensievere
arbeidsintensievere arbeidsschuwere arbeidzamere
arcadischere archaischere archaistischere
argelozere Argentijnsere arglistigere
argwanendere Arischere aristokratischere
armelijkere armeluiskinderen armere
armetierigere armoedigere armtierigere
armzaligere aromatischere arrogantere
artiesterigere artificielere artistiekere
asblondere ascetischere a-socialere
assertievere astmatischere astrantere
asvalere atletischere attraktievere
auditievere Australischere autentiekere
autochtonere autokratischere automatischere
autoritairdere averechtsere avondliederen
avontuurlijkere Aziatischere azijnachtigere
baanbrekendere baardigere baarsere
baasachtigere baatziekere baatzuchtigere
babbelachtigere babbelziekere bacchantischere
badderen baggeren bakeren
bakerkinderen baldadigere balderen
Balinesere Balischere balorigere
balsamiekere balsemachtigere balsemiekere
balsturigere banalere bandelozere
bangelijkere banjeren barbaarsere
bardere barmhartigere barokkere
barsere basischere bastaardkinderen
bastachtigere basterdkinderen bazigere
beangstere beboteren bebouwbaardere
becijferen bedaagdere bedaardere
bedachtzamere bedeesdere bedelachtigere
bedelkinderen bedenkelijkere bederfelijkere
bederfwerendere bedillerigere bedilligere
bedilziekere bedilzuchtigere bedomptere
bedonderen bedorvenere bedrijfszekere
bedrijvigere bedroefdere bedroevendere
bedruktere beduidendere beduusdere
bedwateren beeldmooiere beeldrijkere
beeldschonere beenachtigere beenderen
beestachtigere beestigere befaamdere
begaafdere begeerbaardere begeerlijkere
begeesteren begerenswaardere begerenswaardigere
begerigere beginsellozere beginselvastere
begrensdere begrijpelijkere begrijpendere
begroesdere begrotelijkere behaaglijkere
behaagziekere behaardere behameren
behartigenswaardere behartigenswaardigere beheerstere
behendigere behoedzamere behoeftigere
behoorlijkere behoudendere behulpzamere
beijveren beitelvormigere bejammeren
bejammerenswaardere bejammerenswaardigere bekaktere
bekendere bekeren bekkenbeenderen
bekkigere beklaaglijkere beklagenswaardere
beklagenswaardigere beklantere beklauteren
beklemdere beklemmendere beklonteren
beknoptere bekommerdere bekommeren
bekoorlijkere bekrompenere bekwamere
belabberdere belachelijkere belangelozere
belangrijkere belangstellendere belangwekkendere
belasteren belazeren beleefdere
belegenere belegeren beleidvollere
belemmeren beleveren belezenere
Belgischere belommeren beluisteren
bemiddeldere bemindere beminnelijkere
beminnenswaardere beminnenswaardigere bemodderen
bemoederen bemoeiziekere bemonsteren
bemostere benaderen benardere
benauwdere benauwendere benieuwdere
benigere benijdbaardere benijdenswaardere
benijdenswaardigere benodigdere bepalendere
bepantseren beperktere beplaasteren
bepleisteren bepluisdere bepoederen
bepolderen beradenere berderen
beredderen beredeneerdere bereidere
bereidvaardigere bereidwilligere bereisdere
berekendere bergachtigere beridderen
berispelijkere berkebladeren beroemdere
beroerdere berooidere berouwvollere
beruchtere beschaafdere beschaamdere
beschamendere bescheidenere beschilderen
beschonkenere beschouwelijkere beschroomdere
beschuttere beslijktere besliktere
beslissendere beslistere beslommerdere
besluitelozere besluitvaardigere besmettelijkere
besmettere besmuiktere besodemieteren
bespijkeren bespottelijkere bestandere
bestelgoederen bestendigere bestialere
bestoftere besuikeren betamelijkere
betere beteren beteuterdere
betimmeren betonijzeren

Sorry, er zijn te veel woorden gevonden…

En als je hiervan bekomen bent, mag je eens ‘aamborstig’ laten verklaren door Van Dale online.

Zoeken in gratis woordenboek

Zoekwoord

Voer een trefwoord in:
U hebt gezocht op het woord: aamborstig.
RESULTAAT
aamborstig De betekenis van dit woord is te vinden in Van Dale Online basis en Van Dale Online professioneel.
(Lees : betalen of sloffen naar de papieren versie die aan de andere kant van de living staat.)
 
 Maar ach… al een tof lief vinden (misschien kan het wel rijmen?!), is toch ook al mooi meegenomen!
  
  

En onze directeur was Big Momma op strandsloefen

  

zapnimf1kleindonkerroze-op-paars   Als de twee opgeblazen mottige zusjes van Yeti, schuimden we de klassen af.
Met een boenkeboenke van heb ik jou daar (…bijna een hartaanval bezorgd, grijns) spleten we deuren bijkans in twee. Sprongen we met een fluo-waterpistool/kanon en de stem van Louis Armstrong binnen :
“Kakkerlakken! Ongedierte! Wat zit er in jouw haar, lieve schat? Wij verdelgen het! Heeft de juf vlooien? Daar kunnen wij wel wat aan doen! Andere vettige beesten tot veertig kilo? Bjorn?”
 
Dé topdag van het schooljaar (tesamen met het collectieve oudercontact, de kwarweidagen en één april) die me weken op voorhand als een swingende swastika een gat in de lucht doet springen. Carnaval.
Ook weer een grondvestdaverendidee van de zorgcoördinator om ons zo’n witte papieren overall met kap aan te schaffen, een mondmasker voor te binden en ons te voorzien van waterwapens. Vooral als je in normale lesstand al reusin bent. En dan willen we niet eens pietluttig palaveren over hoogtes en breedtes en de flatteringsfactor van dit afgerond geheel.
 
Ieder jaar opnieuw vragen die jong, wiens iq nog uit de prinses/cowboy/Chinees en paddomethanekam-fase moet stijgen, waarin wij dan verkleed zijn. Een inspectrice, kieken! Juf zap die uit de douche komt (met pyjama, kamerjas en handdoek op de kop, duh), blinde!
Ook daarop vond mijn collega de oplossing. Op onze rug een plakte de volgende verwijzing naar onze identiteit :
 
Houd ons dorp rijn.
Ongetierte verdwein!
sms : 007
zip en zap
met fermelting lokasie
 
(Moraalridders krijgen even forum om erin te hakken over voorbeeldfuncties en de associatie beroep – analfabetisme.
Groot gelijk ridders en nu afbollen weer, want wij vinden Kwak en Boemel lollig, ’t moet niet altijd ‘Extra’s’ en ‘Little Britain’ zijn.)
 
In het eerste leerjaar viel er een gevoelig eentje van haar stoel en het wicht wilde niet meer ophouden met huilen. Jee, die had zeker het journaal gevolgd de vorige avond, over het schorriemorrie dat met paintballkogels een schoolplein kwam terroriseren.
Nuja, voor gevoeligheden bestaan er klastitularissen en daarbij, er zou zo meteen een optocht vertrekken die we niet mochten missen.
 
Maar een kopje koffie in het personeelslokaal kon er nog wel af. Behalve koffie zaten daar ook nog twee politieagenten zichzelf op te warmen. De begin- en eindpineuten van de nakende carnavalssliert. Die aan de kop heeft dan ook nog de pech dat hij drie kwartier naast een doedelzakspeler mag lopen. Je zou voor minder het sollicitatieformulier voor cipier nog eens vastnemen.
“Pas op, want wij schieten terug!” riepen ze, toen wij met ons arsenaal binnendoken. Wij hebben de koffie gelaten voor wat hij was en snel wat noodzakelijke drukte op een ander uit de lucht gegrepen. 
 
Het volgende hoogtepunt in deze altijd regenloze dag : de schoolstoet doorheen het dorp. Populairder dan het wereldkampioenschap veldrijden 2009 tien kilometer verderop.
Ik bedoel : De bomma, de moemoe, moeder en vader, nonkel Frans en de buurvrouw van nonkel Frans. En de onthaalmoeder van het peuterzusje. Per kind!
Moeten die families dan niet gaan werken? Arbeiden, centjes verdienen zodat ze deze zomer nog eens naar Eurodisney met de trein kunnen? Neen dus. Liever lachen zij hun kroost toe en diens leraren uit. Met fototoestel.
 
Al gauw maakten zip en zap van deze ophoping ouders gebruik om er een spreekwoord door te jagen, twee zelfs : van de nood een deugd maken en onze wraak zal nat zijn.
“Zip zip… op elf uur… mama van Chelsey…”
“Is dat daar dat kreng van ons ouwe directrice niet?”
“Den Bert! Niet dat die mij ooit iets misdaan heeft, maar ik kan hem toch niet uitstaan.”
 
Afijn, onze tankjes waren leeg tegen de tijd dat we pannenkoeken konden stouwen.
Het onderwijs… niet voor woessies!

WII doen niet mee met vergaan

  

zapnimf1kleinlichtroze-op-paars   Maak dat mee.
Je vergeet je Humo-abonnement te verlengen omdat die lijpkikkers van de boekenbeurs wegbleven (en mijn gratis boek dan, jongens?) en ineens zit je drie weken zonder. Omdat  je administratie één wanordelijke berg ongeopende post is, maar soit.
Gelukkig is mega-Huisvrouw daar nog, die al evenmin haar rommel liquideert en zo nog enkele Humo’s voor jou uit haar brokstukken kan vissen.
 
En dan lees je met zes weken vertraging dat in 2012 de wereld vergaat!
Zo niet hè klojo’s!
Wij hebben just een WII in de solden gekocht.

Gekust door Wouter Deprez

  

zapnimf1kleinwit-op-lichtroze   Yeeh yeeh yeeh!
Wij bemachtigden een ticket voor Wouter Deprez.
Eelt. Over zijn vader.
 
Vorig jaar had ik voor dezelfde voorstelling twee uur op de openingsdag van het nieuwe cultuurjaar in ons dorp in de rij gestaan, maar zoals een tegenslag moet steken, gingen de laatste kaarten voor mijn neus de deur uit naar een type dat het volgens mij helemaal niet verdiende. Wild haar enzo. Een oogopslag kaatsen alsof humor iets buitensporigs intergalactisch is, waar wij – suffe mensheid – pas in het jaar 128 015 mee in aanraking zullen komen. Onverfijnde wenkbrauwen en stinken naar sla met tomaten. Wiebelen bovendien. De onbeschaafderik!
 
Nu alle onverdienden eruit gefilterd waren, kregen een jaar later ook de cultuurminners kansen.
Wel spijtig dat de vertoning op donderdagavond plaatsvond. Donderdagavond ben ik meer zetelhanger dan toogspringer. Maar kom, als je tweemaal voor die vent een lijdensweg getrotseerd hebt…
 
Eelt was in één woord keiharddemoeitewaard. En in vier woorden ook.
De levensloop van zijn vader en diens ontreddering toen bij moeder de vrouw kanker gediagnosticeerd werd. Lachen! Euhm.
 
Ik kon zelfs zijn flarden West-Vlaams verstaan dankzij een stoomcursus van mijn geliefde. Daags voordien had die mij alle vervoegingen van ja en nee ingeprent voor het slapengaan. Ik herken dat nu. Yok! En als ze vragen of het regent : ba nint.
Uhu, wij zijn een wissel-educatief-werkend bedkoppel. Hij weet nu ook wat ‘oemmes’ (immers) en ‘vaaier’ (verder) betekent. Communicatie is belangrijk in een relatie!
 
De metgezellen wilden hun après-theater doorbrengen in een brasserie wat verderop, maar ik verplichtte moose van onze dorst te lessen in de kantine-van-een-voorschoot-groot behorende tot de zaal want ik wilde klappen met Wouter.
“Kind, sta daar toch niet zo bakvisachtig met je jukbeenderen gedraaid in een grijns.”, sis-kletste moose uit zijn nek in de mijne.
Niet dat het groupiegebeuren voor ons een familiair gegeven is, maar er bestond een reden waarom we op een confrontatie wachtten. Namelijk : de blik van verstomming op Deprez’ gelaat als hij hondervijftig kilometer verder dan verwacht zijn ouwe schoolkameraad moose zou herkennen. Jaja, ik ken het verhaal van het fameuze hamerspel, om de beurt bij iemand thuis gespeeld, ondertussen van buiten. Gemaakt door pa Deprez en zwaar dat die houten schijf was! Op hun vroegere klasfoto’s staan zowel moose als Wouter alsof ze dongen naar de prijs van grootste kneus en dan kan ik er nog zo ’n tien anderen aanwijzen die ook in aanmerking zouden komen. Dat waren nog eens tijden, die jaren negentig, je mocht rondlopen zoals je wou en later kon je het toch nog tot podiumbeest of ICT’er schoppen!
 
“Moosie!?” gorgelde Wouter mijn partners vroegere bijnaam. De toon was gezet.
Uw zapnimf werd netjes voorgesteld en Wouter veinsde beleefd een beetje belangstelling. Toen hij hoorde hoeveel kinderen er onder  mijn vleugels verbleven, schrok hij alsof het een overdraagbare ziekte betrof. Hijzelf heeft een negenmaander. Pamper, groenteprak en af en toe eens oppakken. De leeftijd wanneer er nog zekerheden zijn in het leven.
 
Diezelfde klasfoto van hierboven werd afgegaan.
“Oja, Carol Huppeldepup, die zie ik regelmatig in Antwerpen fietsen.”
“De andere Wouter, die is naar Zuid-Afrika geëmigreerd.”
 
Uw show was zeer de moeite. Paste naadloos. Evenwicht.
 
“En creepy… Tom, daar gaat het nu ook goed mee. Tenminste, als hij zijn structuur aanhoudt.”
“Hoe? Het laatste dat ik daarvan hoorde was dat hij in een psychiatrische afdeling zat?”
 
Was dat volledig biografisch? Heeft uw moeder ook daadwerkelijk kanker gekregen?
 
“Goh, de Lamote zal ook nooit veranderen hè? Leeft diens vader nog?”
“Yot (of yoch of yok of… mijn hersens kunnen ook niet alles juist registreren). Sjonnie! Nog altijd dezelfde ouwe snoeper”
 
Herkenbaar ook. Onze pa lapt ook zo’n dingen.
 
“En Pieter… die heeft nu drie kinderen.”
“Van die… die… dingske?”
“Yot (of yok of yoch)!”
 
Twintig namen verder – het was blijkbaar een grote klas – blablabla, gingen we ieder weegs naar huis.
 
’t Was dan dat Wouter Deprez mij gekust heeft.
Nuja, zo héél speciaal voelde het niet aan.
 
De jukbeenderen hadden ondertussen ook al wat van hun glans verloren.

Niet voor anorectici. Niet voor zuurpruimen. Wel voor alle anderen.

  

zapnimf1wit-op-donkerroze   Het ware de Hoorn des overvloeds, daar bij Madame en Meneer.
Samen met Elke, Margo, Beo, Chelone en Ionesque,
alsook Menck, Zeezicht, Hilde en Huisvrouw uit de blogosfeer,
werd het een onderonsje – euh – vrij cabaretesk.
 
Madame, die hete, wilde ons tegoei soigneren.
Het ontroerde ons tot onder de okselholten.
Spijs, drank en chauffagewarmte à volonté serveren,
lieve, we waren ook zonder voor je gesmolten!
 
Woef bleek kleptomaan van handtasverstopt rookwaar,
Madame bracht leven in een Caraïbische brouwerij,
meningen over ‘een vize ves’ of een ‘vieeze vies’ bleven onverenigbaar
en op de duur smeten we in de nachtelijke hof met een ei.
 
We wezen vingers naar blogs met reclame,
we adoreerden het wc-papier en zijn multiple laag,
waren jaloers op de jeugdige uitstraling van een tafeldame
en Zeezichts geheugen werkte traag.
 
(Dat heet dan gelukkig zijn…
een deur die plots opengaat,
maar toch ook ongelukkig voor mijn zittende aanschijn
als daar Menck plots in het kleinste kamertje staat.)
 
Na middernacht kwam ook moose erbij gezeten,
herkenner van Franse chansons en tevens mijn kompaan,
maar Huisvrouw en ik wilden liever van hem weten
waar hij dacht dat de kerstboom niet zou misstaan.
 
Rond vieren was ’t gedaan met brassen,
Meneer knikkebolde gezapig zijn kop.
Tijd om op te krassen
want de sigaretten waren (weeral) op.
 
 
Een mens zou bijgod al naar het volgende blogfeestje verlangen,
altijd voldaan, humaan, (niet) kalm aan, nooit droogstaan, profaan.
Geweldig plezant, op zaterdag de grote Jan uithangen,
maar let wel, uw zondag is compleet naar de vaan!
(kreun)

Na vijftien jaar weten we eindelijk wat er scheelt!

  

zapnimf1kleinpaars-op-zwart   Puberzap sloft in de vooravond de trap af.
Moe, futloos en MIJN PEIGNOIR rond d’r lijf gedraaid.
“Djeez… ik ben de laatste tijd zo depri. Ik vermoed dat ik het syndroom van Down heb.”

Een minimum aan interieurreorganisatie

  

zapnimf1kleindonkerroze-op-wit   – “Mamaaaaa, mag Noemi blijven slapen?”
– “Uh-uh.”
– “Mamaaaaa, mogen wij dan een kamp maken op de kamer en daarin slapen?”
– “Jup.”
– “Mamaaaa, mogen wij de wasspelden gebruiken?”
– “Ja hoor.”
– “Mamaaaa, ’t is af. Kom jij eens kijken?”

voor  :

kamer-knip

 

na :

kamp_in_de_kamerknip
 

“Waar ergens”, zo vroeg ik me af, “heb ik hierboven de toestemming gegeven voor een verbouwing?”

En niemand – wonder boven wonder – die gestikt is na die eerste nacht!

Geef mij een deurkruk of ik kan weer niet naar de wc

  

zapnimf1kleindonkerroze-op-lichtroze   Het ene stokje is nog niet koud of er zit er al een ander te keuteren. Merci Margo, zoals je weet ben ik het ultieme stokjesmens.
 
Vijf vragen, die ik – plichtsbewust als ik ben – naar volle waarheid beantwoord.
 
1. Wat staat er in het laatste smsje dat je hebt verstuurd?
 
“Stomme geit. Ik sta voor uw deur!”
’t Is te zeggen, ik had dat kunnen versturen, als ik mijn gsm niet in de auto had vergeten. Dus heb ik het gewoon in haar gezicht gesmeten, misschien wel omdat ik voor haar deur stond terwijl zij van haar oren maakte dat ze net een seconde geleden naar me gebeld had. Bij Huisvrouw is het ook nooit gepermitteerd om eens een half uur te laat te komen, want dan hangt ze aan je hoorn. Ja zeg, ik moest mijn haar nog wassen, mijn auto rijdt altijd minder snel in ’t echt als in gedachten en ik was nog verplicht om een winkel te passeren want het mens had verstaan gegeven dat je zonder chocolade niet welkom was.
Hannah (van het gewiste ‘letters in de soep’) (en met een nieuwe blog) stond trouwens gelijk met mij voor die deur, maar die werd wijselijk ontzien.
 
 
2. Wat is het laatste eetbare voorwerp dat je in je mond hebt gestoken?
 
Dat was een van die minitaartjes van Madam Arabelle. Van de enige echte goeie bakker in de enige niet marginale straat in L. (Wilfried Martens is er ook reeds gespot met een Frans brood! Je komt wat te weten op zo’n informele bijeenkomst.) Toevallig zat Madam Arabelle daar ook al rond de tafel van Huisvrouw. Gelukkiglijk voor ons (Hannah en Mme Zsazsa en ik) had zij het chocoladedreigement van Huisvrouw wél serieus genomen. In veelvoud zelfs! Spijtig dat we rond half vier buiten vlogen want de pateekes waren nog niet allemaal op. Hoewel, van de zes kilo die ik er de laatste maand weer afkreeg, heb ik er in enkele uren vier weer bijgefret. In die mate dat ik er mijn – gezond – avondmaal voor heb laten staan. De maag stuurt tot nu oververzadigingsboodschappen rond.
Aan tante Annie die haar kat stuurde wegens werkzaamheden : En dat hebt gij gemist! Lekker puh!
 
 
3. Wat is het laatste dat je hebt gecopy paste?
 
“En god dan heb ik mij nog zo hard ingehouden, ik heb alleen gezegd dat mme A haar tieten geen plastische chirurgie nodig hebben en me dunkt dat ik het woord beffen zelfs niet heb laten vallen.
Mor kom, Zsazsa heeft zich toch min of meer gedragen, heb niet meer dan 1 keer een roloog moeten doen.”
Oeps! Per ongeluk een antwoordmailtje van Huisvrouw op de vraag wat Hannah en Arabelle van ons zouden denken?
Allez? Hoe komt nu dat dat in mijn copy paste zit? Tssss.
 
 
4. Wat is de laatste film die je in de cinema hebt gezien? Was ‘m goed?
 
Cinema cinema…
Huisvrouw en Mme Zsazsa horen en zien kibbelen, dat is pas cinema!
Ambras maken over het meest onbenullige details die niemand wil weten : over de eerste privémededeling die op een forum tussen hen over en weer is gegaan. Iets met twee parkeerplaatsen. Dat werd ei zo na batteren. De pc werd erbij gesleurd om gelijken te bewijzen.
Was ‘m goed? Nee! Awoert. Boeboeboeh! *wegwerpgebaren*
Chance dat Madam A en Hannah en ik die schabouwelijke scheldwoordenpingpong naar de achtergrond konden verdringen en rustig verder interessantigheden konden uitwisselen.
 
 
5. Wat is het laatste waar je geld aan uit hebt gegeven?
 
Profiterollen. Een soort van peperkoek met frangipane tussen, geen idee hoe dat heet. Voor de meiskes vandaag. De patisserie van Arabelle was smeuiiger!
Al waren we het er met de genodigden over eens dat we onze portemonnee beter eens zouden opentrekken om een paar deurklinken voor het mens te kopen…
Een ware schande is dat daar.

Leef, Nele, leef!

  

zapnimf1kleinlichtroze-op-wit   Mijn collega Nele, werd vlak na haar bevalling in coma gehouden omdat een ziekenhuisbacterie haar een ontsteking aan de hartspier had bezorgd. Zie ook eerder.
 
Hey Nele,
 
Niet dat je daar blaam treft en je zal het liever ook anders gezien hebben, maar je hebt de voorbije weken danig geschud met de sfeer op school. We werden stil, we werden emotioneel, we waren verbijsterd en speculeerden over vanalles en nog wat.
 
Terwijl jij nog je slaap van duizend dromen sliep, wisten wij reeds, gealarmeerd door je man, dat iemand die onder het laken had gekeken, merkte dat er iets mis ging met de doorbloeding naar je vingers en tenen. Ook sprak men, voor jij ervan hoorde, over brandwonden aan je benen die waarschijnlijk om een huidtransplantatie vroegen. Men zou je vervroegd wekken, je vertellen over hoe je lichaam is omgegaan met zuurstoftekort. Wat de gevolgen daarvan zijn. Hoe je hart zou reageren, dat wist niemand.
 
We lachten voorzichtig, nadat we hoorden over je legendarische eerste woorden tegenover de vader van je kinderen : “Gij hebt u niet geschoren!”, maar het lachen verging ons weer. Je kreeg het moeilijk met ademen en men besloot van je opnieuw een dag van deze wereld te doen glijden.
 
Ondertussen deed W. het fantastisch met je dochters. Hij nam loopbaanonderbreking, de familie en schoonfamilie trommelde zichzelf op en regelde een beurtrol voor de baby tijdens zijn bezoeken aan jou. Iedereen hoopte. Wedstrijdje : om ter hardst hopen. Hoop die jou moest doen leven. Leven zoals voorheen, als dat zou kunnen.
 
Je werd opnieuw wakker en bleef bij positieven deze keer. Men sprak je over amputatie van je vingers en tenen en een week later zelfs over je onderbenen. Iemand zei ons dat je dat nieuws pragmatisch opnam. Iemand kan veel zeggen. Wij gisten en leefden mee.
Onzekerheid is iets vies. In het dorp circuleerden de strafste verhalen over je. Er restte ons niets dan af te wachten samen met de dokters die nog toekeken wat er gered kon worden, die hele lange week.
 
Je hart heeft het gehaald, je verhuisde naar een gewone kamer waar je je dochters voor het eerst sinds lang kon vastnemen en vorige week ben je dan geopereerd. Geen onderbenen kwijt, maar wel vier vingers aan je schrijfhand en tenen.
 
Wij zijn blij en triest tegelijk.
En jij?

Tot daar de ‘mieterse’ zap… hallo helleveeg!

  

zapnimf1kleinlichtroze-op-paars   Ik ben een rotwijf.
Het dunne laagje ‘beschaving’, ingeprent door mijn pedagogen en mijn hedendaagse randanimatie, heeft weliswaar weinig nodig om te verpulveren.
Een hormonenhuishouding uit balans waarvan de rondmeppende fragmentatie al weken hun originele plaats niet kan heroveren bijvoorbeeld. En het feit dat ik een secreet ben natuurlijk.
 
Banggemaakt door het leedvermaak van enkele lezeressen alhier, richtte ik mijn pispijlen een week na datum nog maar eens naar een potje en een halve hand. Weerom werd de existentie van ‘den Dimi’ op wetenschappelijke wijze ontkend. Met dank aan Kruidvat. En zoals je steeds eerst geld moet verspillen om aan resultaten te geraken, wachtte mij diezelfde avond nog een tweede bevestiging in mijn ondergoed middels de kleur rood.
‘Hoera voor de nietDimi’, zou ieder ander de polonaise druppelen van de badkamer tot het bed, maar de vreugde bleef uit. Integendeel, tesamen met de bloeding kwam het chagrijn dagenlang opzetten. Een gruwelijk misprijzen dat zich toestuurde naar de rest van de wereld. Onschuldige kindertjes werden met een nekkarateslag geveld, louter omdat ze naar me lachten. Collega’s moesten het doen met een onbestemd gegrom. En tegen de tijd dat ik ’s avonds met het gezin werd geconfronteerd, was alle geluid op en beperkte de conversatie zich tot het lezen van mijn neerslachtige mimische rimpels. Misschien dat ik zo nu en dan nog eens ‘Koud!’ en ‘Chocolade!’ bitste.
Een tang ben ik.
 
Juist net dan kregen we die andere speling van het lot erbovenop : valentijn.
Jeweetwel, dat waar we niet aan meedoen omdat we het commerciële brol vinden, maar we toch stiekem iets verwachten. Ik ben niet alleen gemeen, maar ook nog contradictorisch ingesteld.
Arme moose. Hij heeft het geweten. Eerst mocht hij me een hele avond meemaken als een afone blok nurkigheid, toen ik slaapwandelend mezelf in bed wilde slingeren, werd ik zowaar nog humeuriger bij het zien van zijn verrassing. De lieverd had met veel zorg een hart geknutseld op mijn hoofdkussen van frambozen en aardbeien.
“Dat is dan vanaf nu jouw kussen”, feekste ik, “met rode vlekken en al.” (“’t Is ineens nog geen chocola!”, dacht ik erbij.)
Onder het dekbed vond ik een lief kaartje met een dvd erbij. “Die film heb ik nog maar vijf keer gezien.”, liet ik hem afgemeten weten. Op het nachtkastje lagen twee lepels, maar ik zat al zo diep ingebed in mijn aangemaakt gif, dat ik zelfs niet meer wilde weten welke lekkernij er onder het bed verstopt zat. Ik huilde stilletjes om mijn onvermogen dat kreng in mij de nek om te draaien.
Moose verdient een standbeeld. Hij bleef lief en knuffelde me in slaap.
 
De dag erop bracht geen verbetering. Het ontbijt bestond dan wel uit -rarara- een chocolademousse- en een bavaroistaartje in een aandoenlijke hartvorm vanonder het bed getoverd, maar uw zapnimf bleef een jankend serpent tot de laatste minuut van zaterdag. Heel tof voor moose die niks anders deed dan mij onbeholpen proberen te troosten.
 
Ik ben een loeder!
Met geklutste hormoonklieren.
En dat ik halvelings had gehoopt dat hij me op romantische wijze ten huwelijk zou vragen, heeft hier niks mee te maken. Niks.
 
 
(Enfin, ik was een loeder. Vandaag voel ik mij terug fidele zap.)

De hele week Jos-dag met triestige pieren

  

zapnimf1kleindonkerroze-op-lichtroze   Enige tijd geleden dacht ik op een curiosum gebotst te zijn.
Een noorderbuur met een drogehumorblog.
 
Niet dat dat zo uitzonderlijk is, Nederlanders in het algemeen, ik struikel er zowat over.
Ooit had ik er pikante affaires mee. Als ik de post uit de bus haal, kan ik zo drie bakstenen omhulsels aanwijzen waar zich steenrijke karakterkoppen met een ‘Ollands accent’ in schuilhouden (gevlucht voor hun fiscus) en in Antwerpen is er altijd wel een  luidruchtige kliek aanwezig binnen de tien stappen. Wie oplet, vermoedt haast een overschot.
 
Deze – eerder bescheiden – meneer echter beweert een huisvader puur sang te zijn. Iets dat ik in mijn contreien nog nooit in levende lijve heb ontmoet : een Jos die zijn tijd opmaakt aan de zorg voor een gezin. Tataaaa… Jos van Venrooij.
Tot ik enkele weken geleden gewaar werd dat hij een bedrieger is. Thuisblijfvaders moeten hun dagen vullen met koffie drinken, Jos!
Neen, Jos kon het niet laten om tussentijds ook nog creatieve vruchten af te werpen. Plots bemerkte ik in de randarcering van zijn ‘Bewijs-blog’ een afbeelding van een boekje, afgeleverd door zijn eigen schrijvende en illustrerende hand : De depressieve regenworm (en dertien andere vieze beestjes).
 
“Hadsikideeeee!” Borde ik de wolf achterna, onderwijl kozen de slokken koffie het verkeerde keelgat.
Ik stik van de triestige pieren onder mijn vriendinnen. (Over hun vieze beestengehalte spreek ik me nu even niet uit.) Dit versjesboek voor volwassenen leek me een ironische verrassing om ze op te beuren. ‘Kop op!’ en ‘en steekt ‘m door een lus’ leek me ondertussen al wel afgezaagd om hun inzinkingen uit te drijven.
 
Dus informeerde ik bij Jos hoe ik dat boekje vlot in handen zou krijgen.
 
Mail Jos (maandag) : “Gelijk oversteken, ik stuur het boek per post en jij stort op mijn rekening.”
Mail zap (dinsdag) alwaar ze haar adres opgeeft.
Mail Jos (dinsdag) waar hij zo vriendelijk is om zijn rekeningnummer door te spelen.
Mail zap (woensdag) met de vraag naar zijn IBAN rekeningnummer, we zijn hier wel grensoverschrijdend bezig.
Mail Jos (woensdag) waarin hij zich schriftelijk afvraagt hoe hij daar achter kan komen.
Mail Jos (woensdag) : “O makkie, gewoon internet bevragen!”
Mail zap (donderdag) toen ze ontdekte dat het luie zetelnetbanken enkel toegankelijk is voor betalingen aan landgenoten. Voor de buitenlanders mag je aan het loket van de bankinstelling aanschuiven.
Mail Jos (vrijdag) die geduldig blijft en vraagt of ik het kleinnood al uit de brievenbus heb mogen halen.
Mail zap (vrijdag) over de werking van de post in België.
Mail zap (maandag) over haar uitje naar Argenta en hoe de kassamevrouw eiste dat ze naast het IBAN-nr. ook nog een BIC-code kon voorleggen. Hoe zapnimf even uit het lood geslagen werd en tenslotte de afhandeling van dit gedoe omdat de kassamevrouw zo vriendelijk was om het uit eigen beweging op te zoeken.
Mail zap (dinsdag) : “Hoera, de postbode heeft een depressieve aardworm gedropt!”
Mail Jos (dinsdag) met een heuse ‘ophemeling’ over de vrije Europese economische ruimte en haar gemakken.

de_depressieve_regenworm
 
Fijn Jos! Leuk om te lezen! Echt waar.
Maar ondertussen flapperen mijn vriendinnen wel weer als bronstige kolibries rondjes in het universum.
Kan je misschien ook iets over manische gewervelden schrijven?

Zegtangewoon : Ik wil uw kop zien

  

zapnimf1kleindonkerroze-op-lichtroze   Amper verborgen, in de bovenste lagen der nieuwsgierigheid, lag er eens een blogger zonder inspiratie te pruttelen.
“Laat ik in dit moeras van ideeënloosheid maar weer eens een stokje snijden.”, bedacht deze. “Eentje, waarbij de kans niet gering is dat ik het gezicht achter de blog in het vizier kan krijgen.”
Niet eens een minimum aan inspanning was vereist om met dit op de proppen te komen :
Toon de vierde foto uit je vierde map.
Geef toe, inzake stompzinnigheid scoort dit hoge toppen, gezien :
Niemand de vierde foto uit de vierde map zal publiceren als dat er toevallig eentje is waar de spinazieresten zichtbaar tussen je tanden flodderen.
Niemand die een boodschap heeft aan het familiefeest van nonkel René, waar wat onduidelijke dansende lijven de slechte kadratie benadrukken.
Niet iedereen zo ordelijk is om mapjes bij te houden. Zoals de fotokneus zapnimf. Als ik al eens op het knopje van het apparaat druk, dan schuif ik dat daarna vlug door naar moose die die fotootjes netjes in zijn geheim archief bergt en waar ik bij de verdere afhandeling niet meer aan te pas kom.
Ja hey, zeg dan gewoon : “Ik wil uwe kop zien want ik ben curieus.”
 
’t Is Stef Flater die mij hiermee een plezier wilde doen.
 
Maar soit, als ik graaf, vind ik nog wel een restje tegemoetkoming. Maar niet in de vierde map op de vierde plaats.
 
De zetels van de Thalys waren nog lauw en zapmoose drentelde reeds met de rugzak op Montmartre.
– “Oppassen geblazen voor gauwdieven. En voor pipo’s die je voor hun schildersezel willen trekken. En de knipmannen, ja, de knipmannen!”
– “Zo’n vaart zal dat toch niet lopen zeker? Daarbij, dan zeggen we toch gewoon ‘nee’?”
– “Een gewaarschuwde zapmoose is er vier waard! We gaan ons niet laten vangen.”
– “Zo is dat.”
– “Trouwens, dat is stikduur.”
– “Moose moose, die vent kijkt naar ons! Jee, hij komt dichterbij.”
– “Laat dat maar aan mij over, ik wimpel hem wel even af.”
– “Zeg hem dat we niet geïnteresseerd zijn. Niet!”

k20090110_007knip3
 
 
Voor ‘slechts’ dertig euro (auch, dat zouden we verzwijgen) : moose de geitenwollensokkenbreier en zap de slapjanus.

De teisterende, tergend taterende taart (2)

  

zapnimf1kleindonkerroze-op-paars   Moose wilde taart, hij kreeg een taart.
Naadloos popte er een taart van een belmeisje op ons scherm. Tenminste, over twintig jaar zou ze gans voldoen aan het imago van een ouwe taart. Het stemgeluid ervan bezat ze al. Ze mekkerde onze onvoorbereide oren op weg naar een trauma. Voortgebracht uit scheve bekkentrekkerij.
 
“Geit!” replikeerden we.
 
“We zoeken vandaag dieren waarvan de tweede letter ‘a’ is!” schuimbekte ze.
 
“Kalf dan!’ verbeterden we onszelf.
 
Intelligente kijkers met vooroordelen vinden waarschijnlijk dat dit het moment is dat de vtm-avond nu wel afgesloten mag worden, maar vertroebeld door al dat zomaar aangewaaid geluk in wolken, waar we niks voor hoefden te doen, was dat stadium ons al voorbij gehold. Wij ondergingen, vertrokken voor anderhalf uur gebakken lucht. Onze eerste kennismaking met dit verschijnsel, als je het youtubefilmpje van de Zweedse variant (het mooie spauwende meisje) niet meetelde.
 
Tuttebel bleek onvermoeibaar. Ze kweelde zichzelf stembandknobbels : “Komaan, ‘kangoeroe’, ‘kat’ en ‘raaf’ staan er al om jullie op weg te helpen, bellen maar. Waar blijven jullie? Waarom pakken jullie die telefoon niet op? Zo gemakkelijk verdiend : honderd euro als jij het raadt! Wat zeg ik? Kijk, de regie doet er tweehonderd euro bovenop. Waar wachten jullie op? De lijn staat open!”
 
De telefoons stroomden binnen naar rato van twee euro per poging :
parkiet (2x), kaketoe (2x), papegaai (4x), waarmee meteen bewezen was dat vogelliefhebbers een gen ontbreekt dat hen wijst op overbodige herhalingen. Ook ‘aap’, ‘salamander’, ‘panda’ en ‘paard’ bleken populaire gokjes die meer dan eens het deksel op hun neus kregen. Wij bulderden ondertussen van plezier. Zoveel idioten en allemaal willen ze hun moment van fame in de nacht verprutsen door niet goed op te letten. Mwoeha.
 
Eén onfortuinlijkste belster moest eenmaal in de ether zelfs een opstoot van geheugenverlies verwerken : “Euh… euh… ik weet niet meer wat ik wilde zeggen.” Wij traanden reeds van het lachen.
 
Johan was erg zeker van zijn antwoord : “Zwaardvis!”, brieste hij. Wij schoten lachsalvo’s af.
 
Deze mevrouw met een geografische handicap tot in de huig maakte het helemaal guitig : “Haai met een hé.” Toen het bij mij doorsijpelde dat ze haar vis in een vogel wilde veranderen met haar verduidelijking, lag ik al te rollebollen op de mat voor de tv.
 
Tjonge, zoveel entertainment op een kluit, dit moest een unicum wezen.
Jammer voor al die foonlustigen, bleef enig resultaat uit.
 
“Volgens mij,” liet ik de argeloze verondersteller in mij los, “staan die rat en die raaf daar om ons op het verkeerde been te zetten. Wedden dat het moeilijker is dan dat?”
Tegenover iedere gissing die werd uitgesproken, verzonnen wij (tweede kolom) er zelf eentje :
rat – gaviaal
marmot – zandvlo
valk – basset
mamoet – baardagame
panter – Tasmaanse tijger
ratelslang – tapir
lama – varkenshaai
haring – mariboe
kabeljauw – maanvis
varken – tafeleend
 
Ondertussen waren moose en ik erachter dat zowat ieder dier op deze aardkloot als tweede letter ‘a’ heeft. Maar hoe het spel nu precies in elkaar zat, daar waren we nog niet achter. Er hupten klokjes af en aan met een aantal seconden. Blijkbaar vond de uitvinder van deze grol het leutig om zijn verbinding regelmatig te verbreken. En ondertussen maar oproepen voor noppes vergaren. Eens we dit systeem ontrafelden, vonden we moose en ik dat een gemene stunt.
Of er werd gereduceerd tot tien kansen. En daarna nog eens tien kansen. En meteen daarop nog eens vijf kansen. Het strookte niet echt met mijn kansberekening.
 
Huppelkut werd vrijgevig en naarmate haar geratel verstreek, knipperde er in een hoekje van de beeldbuis een te winnen bedrag tot vierduizend euro.
 
De makers van het spel wierpen ons een tip toe : water…
Jochei! Tegelijkertijd sloten ze alle communicatie met de telefonerende medemens. Het laatste half uur kwam er geen beller meer aan te pas.
 
“Waarom bellen jullie niet? Ik sta hier op jullie te wachten! Dit kan toch niet? Slapen jullie allemaal al? Hoe is het mogelijk, je krijgt een tip en ik hoor niks meer!” We moeten het nageven, qua opvullend gekakel was ze onze meerdere, dit huichelachtig wicht. Alsof zij niet wist dat die arme donders niks anders deden dan haar nummer intikken.
 
Zelfs debielen zouden nu afhaken en slaap gaan inhalen, maar moose en ik platvijgden onszelf naar de bevolkingslaag eronder en bleven staren. Wij wilden weten of dit spel afsloot met een winnaar. Wij wachtten op de ontknoping van de verborgen beesten. Of het nu waterhoenen, watervlooien, waterjuffers, waterlarves, waterslangen of waterkonijnen waren, de openbaring was nabij.
 
Trien verveelde zich ook. Ze begon een discussie met de regie in haar oortje. Haar woorden geraakten op. Ons geduld stilaan ook. Een vervormde mannenstem, ontsnapt uit Big Brother gilde : “Kan me niet schelen, het is mijn show en ik doe wat ik wil!” Dit mankeerden we nog. Tevens, zo speculeerden we, de zot achter de circus- en kermisgeluiden die anderhalf uur lang onze welwillendheid teisterden.
 
Om de tijd te doden maakten moose en ik een kleine rekensom. Gemiddeld veertig bellers per minuut (en dan blijven we zuinig) die telkens twee euro armer worden. Dit gedurende anderhalf uur. Dat geeft € 7200 inkomsten voor deze aflevering. Nounou. Je mag er niet te lang bij blijven stilstaan of je verdrinkt in je verdriet.
 
De laatste seconden braken aan. Het te raden woord – waterree – was ondertussen al in stukken op een voobijritsende band verklapt. De oproepen per minuut gingen crescendo, maar ieder gelukszoeker bleef geblokkeerd. Tot de allerlaatste seconde. Eén chansaard die de vierduizend euro zou wegkapen.
“Waterree”, hijgde ze alsof de spanning van de toelating haar ieder moment een hartaanval kon bezorgen.
“Fantastisch!” kletste nitwit uit haar nek, “dan mag jij nu het spel voor de vierduizend euro spelen! Achttien vakjes met vier klavertjes ergens ertussen. Als je er drie van omdraait, win je!”
 
Moose en ik keken elkaar met neusvleugels die bijna in onze ooghoeken boorden en tanden in superkonijnenstand (Denk die ene van ‘The Young Ones’). De bedotters! Dat tuig van de richel! De smeerlappen! Dat geld is onmogelijk te winnen.
En toen we de andere te raden dieren met ‘a’ op plaats twee, onder ogen kregen, deden we er nog een Marty Feldman bij :
 
Pakira
Kaugek
Margay
Nandoe
Pampastruis (da’s nog een nandoe, ook met a)
Barzoi
Kalander
Manta

Tegen zoveel oplichting zou onze gelukswolk niet opgewassen zijn, denk ik dan zo bescheiden bij mezelf.

Op de gelukswolk naar de taart (1)

  

zapnimf1wit-op-donkerroze   Van de eerste minuten herinner ik mij nog slechts een Lynn Wesenbeek in een veel te chique kleed.
Vtm bestaat twintig jaar. Als ik zeg dat ik van die twee decennia er drieënveertig uur naar gekeken heb, zal ik er niet ver naast zitten. Zo gaat dat als je een vat vol vooroordelen bent, dan mis je ‘Moeder waarom leven wij?’, de tweede reeks van ‘de Matroesjka’s’ en gelukkig ook veel waspoederreclame.
 
“Mijn krant meldt dat het vanavond ’21 grams’ is op tv en dat die film niet slecht is.”, kwam moose vrijdag thuis. Een prent in puzzelstukken gegoten, zelf op de juiste volgorde te plaatsten wist ik nog uit de tijd dat ik de tips van vrienden in de cinemazaal ging beoordelen. Het programmablad gaf zijn late beginuur niet meteen prijs. Dat heb je dan als vat vol vooroordelen en de vtm-bladzijde altijd overslaat.
Het werd geen onverdeeld succes, dat samen huiskamercinema’en. Tussen dat ene nog halfopen ooglid van moose wurmde ik de meest mogelijke info om zijn brommende vraagtekens te verwijderen : “Nee, dit zijn haar man en haar dochtertjes. Nee, dat komt later. Allez schat, dat is dezelfde als daarnet, dat zie je toch?…”
 
Een eigenschap van luiaards, is dat ze niet meteen het televisietoestel afdrukken als ze willen gaan slapen, maar nog even voor pampus blijven liggen in hun kussens.
En hoe dat ons leven zou veranderen!
Plots verscheen er een overdreven opgemaakte Madame Magic in ons beeld die ons meedeelde dat ze daar voor een reden stond : onze horoscoop van die dag. En als we zouden bellen, dan kregen we een ‘echte’ uitleg. Dat verzuimden we. Het neptrekken van ons sterrenbeeld stemde ons gunstig genoeg.
 
“Boogschutter,” zeemde zij samenzweerderig, “u zit op een gelukswolk. Ook financieel kan er u weinig mislopen. Ga naar de bank om de risico’s te bevragen, maar neem je tijd, want het geluk lacht je nog een tijdje toe. Ook op de werkvloer gaat het u vandaag goed af.”
“O?”, vroeg ik me hardop af, “zou dat mensje weten dat op zaterdag de banken gesloten zijn? Of dat ik pas donderdag terug ga werken?”
 
Moose zijn dag zou al even rooskleurig passeren :
“Waterman, het geluk komt zo naar je toe. Je hoeft er niks voor te doen. Wat je ook maar wil.”
Zoveel positiviteit maakte moose ineens weer wakker. Hij knipte met zijn vingers : “Taart! Taart! Ik wil een taart! Met chocola en slagroomkrullen!”
Madame werd ter plekke ontmaskerd als een bedriegster.
Onderwijl danste een reserveastrologe (?) in een rood sexy jurkje en een lokkende vinger ons beeld uit.
 
We wuifden onszelf lucht toe om zoveel commotie.
Vaten vol vooroordelen hebben last van onzin.
Het hoogtepunt van die nacht wachtte echter nog op ons…

Zomaar vanzelf, dertig centimeter foetsie

  

zapnimf1wit-op-paars   Uren na bedtijd stormt krulzap de trap af.
Haar gezicht breekt van zelfcompassie terwijl ze in stilte naar haar kruin wijst.
Als mijn ogen haar vinger volgen, weet ik dat ik ‘ziek’, ‘uit bed gevallen’ en ‘de kat sprong op mij’ mag elimineren van de oorzakenlijst. Boven op haar hoofd prijkt iets kubistisch dat de laatste keer dat ik haar slaapwel wenste nog ontbrak. Het lijkt nog het meest op de kruising tussen de vetkuif en babykrul die ook terug te vinden is op het peuterportret van haar overgrootvader.
 
“Boehoehoe! ’t Was maar voor de grap dat ik die schaar vastpakte. Ik wilde helemaal niet knippen. En ineens ging dat vanzelf. Zomaar. Zie nu! Jank jank. Daarnet werd ik wakker en ik ging nog eens kijken in de spiegel, whaaa-haaa-haaa-ha snif.”
 
“Och”, troost ik, “dat overkomt iedereen wel eens.”
Waarom ik nu ineens moest denken aan die keer in mijn vijfde leerjaar toen mijn moeder wat overenthousiast de schaar hanteerde en bleef hanteren – die kant is precies nog niet helemaal gelijk aan de andere kant – tot ik werkelijk op Jommeke geleek…?
“Als je je kapsel anders draagt, is het gewoon een froefroe”, beuzel ik.
 
“Jij gaat mij morgenvroeg toch helpen met mijn haar goed te leggen hè mama?”
 
Ik kan het gegnuif van mijn lach nog net inhouden tot ze uit het zicht is.
 
Wie denkt ze eigenlijk dat ik ben?
Wonderzapnimf?
De fee van Assepoester?
Haarwerken Smets?

Doe de tulp, yeah yeah

  

zapnimf1kleinlichtroze-op-wit   Terwijl ik de auto leegmaak, valt mijn blik op twee fietsen onder de carport die nog steeds als een kaartenhuisje (van één laag) elkaar in evenwicht houden. Een precair evenwicht. De trapper van de ene tussen de spaken van de andere en de wielen in een ongezonde kronkel gedraaid. Slechts een zucht verwijderd van een kletterende domino met de overige vijf fietsen.
 
Mijn humeur is reeds geblutst wegens een niet al te ontspannende middag…
 
(En dan verzwijg ik nog een supersaaie schoolvoormiddag : 60 kinderen tweede leerjaar apart anderhalve minuut dezelfde leestest afnemen).
 
Met de kinders naar bomma.
Minizap naar de logo brengen.
Dit uur doorploeteren op school en verbeterwerken uitvoeren.
Minizap ophalen en aansluitend afgooien bij de schoolsportmiddag netbal.
Krulzap oppikken bij bomma en de plaatselijke C&A binnenspringen.
Drie jeansbroeken aanschaffen met het nodige gezever (Ik wil een skinny! Nee, deze niet, een skinny!).
Tussendoor aanschuiven bij de ziekenkas en merken dat heel zapdorp daar precies op dat moment wil zijn.
Bibliotheekbezoek : krulzap heeft documentatie over het orkest nodig en specifiek over de xylofoon (waar geen knijt over te vinden is, ook niet op het net).
Per ongeluk een ouwe schoolvriendin tegenkomen (zonder hulp van facebook!). Zij klagen over haar vent en ik stoefen over mijn vent.
Minizap niet vergeten op te halen van haar evenement.
Naar huis rijden en ondertussen plannen wanneer je zoonzap naar de atletiek moet rijden, afvragen wat we daarvoor zullen eten, de rest van de avond reserveren voor het vervolg van het schoolwerk.
De fietsen opmerken en ‘bweurk’ denken.
 
…besluit ik een Tulp te forceren.
 
Een Tulp forceren :
Pathetisch je vriendin Tulp plachten te imiteren.
Wat zoveel wil zeggen als : iedere pluis, oneffenheid, scheve vaas, kruimel, onafgewassen vork die je in het vizier krijgt, meteen verwijderen/pletten/rechtzetten/opgeruimen/afwassen.
Enfin, het tegengestelde van een zapnimf doen : alle vuiligheid, aberratie, onregelmatigheid opmerken en je eraan ergeren, maar het weken ongeroerd laten en fantaseren dat ’s nachts de huishoudtrollen zulke zaken naar ieders bevrediging zullen resolveren. Ik blijf in sprookjes geloven.
 
Maar dus… ik deed een Tulp!
Na dagenlang afgewacht te hebben hoe die fietsen een ravage in de carport zouden aanrichten, deed ik eindelijk een Tulp. Ik boog mij over de ene rijwiel en nam kordaat het stuur in handen van de verst wiebelende en duwde de tweewielers uit de knoop.
Actie!
 
En reactie. Maar niet erg snel.
Minstens vijf minuten heb ik mogen brullen tot een van de zaps eindelijk buiten kwam polshoogte nemen naar mijn benarde positie en mijn velletje tussen duim en wijsvinger wilde verlossen uit de bel (nee, vraag mij niet hoe dat kan!) van krulzaps fiets.
 
Beter gezind werd ik er ook niet van.

Daarvoor schiep God de medische sector

  

zapnimf1kleinlichtroze-op-donkerroze   Dju.
Te fris en sappig om reeds overgangsverschijnselen te vertonen, te oud en versleten om nog een keer ‘mams’ genoemd te worden uit een nieuwe mond die schreeuwt om eten, verse pampers en later wanneer hij nu eindelijk zijn zakgeld zal krijgen.
 
Het was een feit. Ik zat zonder. Zonder babyspullen, zonder goesting om ze nog aan te schaffen en zonder menstruatie. En onder de stress.
Voor het geval dat, probeerde ik gedurende het weekend embryo nog duchtig dood te roken, maar hij bleek resistent.
Voorts ontleedde ik de bijsluiter van mijn anticonceptiepil achterstevoren en binnenstebuiten, op zoek naar precedenten van wonderbaarlijke uitblijvingen van maandstonden.
Primordiaal trachtte ik mijn lichaam te lezen. Dit euvel sprak tot de verbeelding. De verbeelding sprak terug in de vorm van een milde ochtendmisselijkheid.
Ik poogde met God een deal te sluiten : “Mijn contributie om de mensheid verder te zetten is al ruimschoots ingelost vent, nu mag er een effort van uw kant komen. Ik wil bloeden! Nu!”
God was echter op werkbezoek. Elders vroegen dringender zaken zijn aandacht. En daarbij, voor zulke futiliteiten had hij de medische sector geschapen.
 
De vijfde dag, toen er weer gewinkeld kon worden, maakte uw zapnimf gebruik van de apotheekafdeling in een warenhuis. De mevrouw achter de toonbank begreep wat ik hortend en stotend van paniek nodig had.  Meer dan dat zelfs. Naast een zwangerschapstest kreeg ik nog een greep staaltjes weetikveel van het schap mee in het papieren zakje.
 
De vreugde die ik in mijn eentje uitstraalde, een verlossende plas en een negatieve uitslag verder, is quasi onbeschrijfelijk, maar hij ging met luide uitbundigheid en lenige dynamiek gepaard. Ik brulde tegen mijn onderbuik : “Ahaaaa, Dimitri! ’t Zal nog niet voor direct zijn, jong!”
 
De volgende bekommernis was alle sporen van deze meerdaagse bibberatie zorgvuldig te laten verdwijnen. U kent mijn kinderen niet. Een analyserende Witse is er niks tegen. Het uitgekeerde papieren zakje, de verpakkingen, de test zelf, allen werden ze in andere omhulsels gefoefeld en diep in de vuilbaksmurrie verborgen. Lastige vragen – is sinds kort mijn motto – mogen ontlopen worden. Toch als de antwoorden van geen tel meer zijn.
 
Krulzap had nauwelijks haar schoolgerei op de keukentafel uitgespreid of ze drukte een onverholen verbazing uit.
 
“Mama is in verwachting! Mama is zwanger! (maal vele keren)” bracht ze manifest iedereen op de hoogte.
“Huuuu? Hoe kom je daar nu weer bij?” onderbrak ik haar.
 
Triomfantelijk stak ze vijf monsters crème tegen zwangerschapsstriemen in de lucht. De tekening van de bolle buik apert in mijn richting.
Oeps.